Rogue Angel 4

Rogue Angel 4

maandag 21 maart 2016

Straatroof

Het moment waarop ik van achteren besprongen word staat in mijn geheugen gegrift. Een akelige kalmte komt over me heen, samen met de irritatie en verontwaardiging wanneer ik mijn aanvaller herken. Hetzelfde mannetje dat me eerder die donderdagavond al lastig viel is me blijkbaar gevolgd. Ik worstel met de knul, die bijna net zo groot is als ik. Hij schreeuwt, ik voel dat mijn bril scheef op mijn neus staat, maar ik zet me schrap en blijf vasthouden. Terwijl hij probeert om achter een container weg te schieten registreer ik een trap in mijn buik. Met 2 handen klamp ik me aan zijn jas vast, zelfs nu de container tussen ons in staat. Mijn keelontsteking vergeet ik terwijl ik begin te schreeuwen om hulp. Uitgerekend nu is er niemand op straat. Ik weet niet hoelang ik dit nog vol kan houden. De adrenaline giert door mijn lijf en ineens komt daar mijn eerste redder in nood. Ik laat los en de te hulp geschoten buurtbewoner grijpt de knul vast. Ondertussen komen er nog meer buurtbewoners toegesneld. Ik herken gezichten, maar het gaat zo snel. Een buurman belt de politie terwijl ik probeer te verwoorden wat er gebeurd is. Weet ik zelf wel wat er gebeurd is? Ik weet dat ik aangevallen ben, dat iemand die ik niet ken zonder mijn toestemming aan mijn lichaam heeft gezeten. Ik ben aangevallen... 
Later op de avond en de dag erna komt langzaam het besef. Ik ontdek blauwe plekken, mijn vingers zijn gekneusd en ergens tijdens de worsteling heb ik een klap tegen mijn hoofd gehad, waardoor niet alleen mijn bril gesneuveld is, maar ik ook een tand door mijn lip heb.
Die verdomde knul, hij kan hooguit een jaar of 13 zijn. Afrikaans uiterlijk, onrustige ogen, probeert zich los te worstelen uit de houdgreep van mijn redder. Probeert te praten, of is het schreeuwen? Wat er met hem gebeurt als we de politie bellen. 'Als' is geen optie, de buurman is al aan het bellen en geeft mij de telefoon. Ik geef mijn gegevens door en vertel wat er gebeurd is, alhoewel de intentie me nog steeds niet duidelijk is. Er wordt gevraagd op welke hoogte van het plein ik sta. Ik kijk om me heen, maar zie geen huisnummers. Om me heen roepen buurtbewoners huisnummers, ze klinken net zo gefrustreerd als ik me voel. 
Terwijl we wachten stuur ik mijn man het bericht dat hij nu naar het plein toe moet komen; dat ik belaagd ben en dat de politie al onderweg is.
De knul is rustiger nu, maar wordt nog steeds stevig vastgehouden. Hij zegt iets wat ik me niet meer kan herinneren en ik roep terug dat hij van andermans lijf af moet blijven. Een omstander zegt dat dat aanranding heet tegen de knul, die begint te lachen. Het flitst door mijn hoofd, aanranding.... Is dat waar dit om ging? Onrustige ogen schieten heen en weer terwijl de knul arrogant zegt dat het hem om mijn telefoon te doen was. De omstanders hebben geen hoge pet van hem op, vooral niet nu hij bekent wat zijn intenties waren. 
Hij zegt nog iets over daders die spijt hebben nadat ze gepakt zijn. "Daders die spijt hebben hebben geen spijt van hun daad, maar van het feit dat ze gepakt zijn" hoor ik mezelf zeggen. De knul kijkt om zich heen en zegt de woorden die bevestigen dat er iets helemaal mis is met deze jongen: "Maar de volgende keer doe ik het anders. De volgende keer neem ik een hamer mee..."
Ik zie mijn man aankomen en loop hem tegemoet. Waarschuw hem meteen dat de knul gepakt is en dat hij hem niets moet doen. Dat de politie onderweg is en dat zij het verder aan gaan pakken. 
Inderdaad komen er ineens wagens het plein oprijden. Met piepende remmen stoppen ze bij het groepje mensen waar ik ondertussen deel van uitmaak. De knul wordt overgedragen en zonder gedoe in de boeien geslagen. Hij roept van alles terwijl hij opgeladen wordt. Ik mag ondertussen vertellen wat er gebeurd is. Nog steeds ben ik vrij kalm. En verontwaardigd, snotbrak!
Een agent vraagt waar ik woon en of ik aangifte wil doen. Is het een optie om dat niet te doen?! We spreken af op het bureau, want ik rijd liever met manlief mee. Hij loopt weg om de auto te halen en iets te regelen voor onze zoon van 10 die nog heerlijk ligt te slapen. Eén straat verderop maar....
Terwijl ik ook naar huis loop, vergezeld door een andere buurtbewoner, hoor ik al de eerste geluiden van eerdere onrust. Dat deze knul al een paar dagen aan het rondspoken is. Dat hij al eerder al opgepakt zou zijn deze week. Ik snuif en bries, voel me gekrenkt in mijn trots en wil niets liever dan deze knul aanklagen. Mijn beschadigde bril, daar mag hij ook voor opdraaien. Mijn knop is om naar de praktische stand. Eerst alles regelen op het bureau.
Ik stap bij mijn man in de auto en terwijl we naar het bureau rijden doe ik mijn verhaal. Een stukje 'wat als' wanneer hij terugkomt op zijn twijfels om met me mee te gaan wandelen vanavond. Het is niet anders, houd ik hem en mezelf voor. Gebeurd is gebeurd en het had veel erger af kunnen lopen.
Eenmaal op het bureau begint het verhaal van voren af aan. Zoveel mogelijk details probeer ik uit mijn verwarde hoofd te krijgen en het lukt me verbazend goed om mezelf bij elkaar te houden en mijn verhaal te doen. Ondertussen wordt er veel gebeld door de agent die mijn aangifte opneemt. Het blijkt dat de knul nog maar 11 is, waardoor iedere kans op strafrechtelijke vervolging verdwijnt als sneeuw voor de zon. Een deel van me wil hier boos om zijn. Als hij zich groot genoeg waant om me aan te vallen, aan te randen, te beroven, dan is hij groot genoeg om de consequenties ervan te dragen!
Een deel van me snapt ook heel goed dat niemand hier daar iets aan kan veranderen, het is de wet. En hoewel me al toegezegd wordt dat alle mogelijk instanties die wel iets kunnen doen, hierbij betrokken gaan worden, voel ik me alsof ik verdoofd ben. Geen vervolging, maar ik kan wel kijken of ik de schade aan mijn bril vergoed kan krijgen en eventuele medische kosten voor mijn hand, die steeds dikker wordt en waar ik nog naar moet laten kijken door de huisarts de volgende dag. Mijn gegevens worden doorgegeven aan bureau Slachtofferhulp en ik wil zelf ook op de hoogte gehouden worden van het verloop van de zaak, voor zover je het een zaak kunt noemen.
Ruim 2 uur zitten we op het bureau. Het is rond middernacht wanneer we willen gaan, maar wanneer we de verhoorkamer uitlopen staan daar de ouders van de knul bij de receptie. Terug de kamer in dus, om escalaties te voorkomen. Op dat moment kan ik me er niet druk om maken. Tijdens de aangifte is al naar voren gekomen dat de knul een probleemgeval is en dat de ouders blijkbaar ook niet meer weten wat ze met hem moeten. Misschien komt het doordat ik zelf een zorgintensief gezin heb, misschien is het sterke empathie of veel ervaring hebben met mensen met een beperking. Hoe dan ook, ik voel een vlaag van medelijden voor deze mensen. 
Wanneer ze hun zoon meegenomen hebben (hij mag vanwege zijn leeftijd niet de nacht op het bureau doorbrengen) komen andere agenten ons het groene sein geven om weg te gaan. We praten nog wat na. Over hoe belachelijk jong deze knul is en hoe fout het al gaat. Dat hij nu al zat te prevelen dat hij wel overvallen kon gaan plegen. Morgen zal hij hoogstwaarschijnlijk uit huis geplaatst worden, waarschijnlijk naar een gesloten instelling.
Nu gaan we eerst naar huis, mijn man en ik. Terwijl we over de parkeerplaats lopen komen de eerste emoties los. Ik laat mijn tranen lopen terwijl mijn man zijn armen om me heen slaat. De betrokken agenten gaven al aan dat ik altijd kon bellen en er wordt morgen contact opgenomen om door te nemen hoe het nu verder moet en gaat. Eenmaal thuis zet ik de TV nog even aan ter afleiding en ik slaap uiteindelijk verbazend goed.
De volgende dag gaat alles door. Ik mag weer werken deze vrijdag en ik wil ook gewoon door. Wanneer mijn man naar zijn werk is en onze zoon naar school, ga ik eerst langs mijn huisarts. Mijn linkerhand is grotendeels opgezet en pijnlijk. Bij de huisarts kan ik mijn verhaal kwijt. Ze had de grote lijnen al meegekregen en weet me een hart onder de riem te steken. Mijn hand is gelukkig niet gebroken, enkel flink gekneusd en zal genezen met een aantal weken tijd. Verder heb ik geen blijvende of andere voel- of zichtbare schade opgelopen. Opgelucht stap ik op de fiets richting het station, maar zodra ik binnenstap bij mijn collega's voel ik een zwaar gewicht op mijn schouders drukken. Ze hebben meteen door dat er iets aan scheelt en nemen me apart om mijn verhaal te doen. Gedurende de ochtend en het begin van de middag probeer ik me te verliezen in mijn dagelijkse gang van zaken, maar ik krijg het niet voor elkaar. Ik ben schrikachtig, snel afgeleid, moe en mijn hele lijf doet me zeer. Na een paar uur voel ik dat ik in tranen uit wil barsten en ga naar achteren. Mijn lieve collega's zijn oplossingen aan het zoeken zodat ik eerder weg kan. Een vriendin die langskomt in de store weet me weer op te beuren en geeft me wat extra hulp mee voor de komende dagen. Ik word geknuffeld ik voel me gesterkt door alle reacties en lieve woorden.
Zodra ik van de vloer kan moet er echter nog geregeld worden. Ik ben al meerdere keren gebeld door de recherche. Vandaag is de knul verhoord in het bijzijn van zijn ouders en er gaan maatregelen genomen worden. Ik krijg te horen dat de vader graag met me mee zou gaan naar de opticien om de schade aan mijn bril te regelen. Juist nu alle emoties er bij mij uitkomen, heb ik geen behoefte aan direct contact met deze man, maar aangezien zijn zoon niet vervolgd wordt, is dat de enige manier om eventuele schade vergoed te krijgen. Ik fiets direct naar mijn opticien, die kosteloos mijn bril weer oplapt. Geen schade dus... Ik neem me voor om mijnheer een brief te sturen maar ben er tot op heden nog niet aan toegekomen.
Ik weet niet hoe het hen de komende dagen vergaan is. Begrijpen ze wat hun zoon gedaan heeft in zijn 'poging tot straatroof'? Ik wil het ze niet te zeer kwalijk nemen, maar de dagen erna merk ik van alles aan mezelf. Ik ben onrustig bij groepen mensen en in de supermarkt spring ik bijna een meter de lucht in, wanneer er een jongen voorbij komt die lijkt op de knul die me aangevallen heeft. Later spreek ik er een vriendin, die met me meeleeft en ook aangeeft dat ik haar altijd mag bellen als er iets is. Ik word er warm van, maar weet ook dat dit mijn eigen strijd zal zijn.
Ik ben alle dagen moe, omdat ik merk dat ik overal alert op probeer te zijn. Ik houd mijn omgeving meer in de gaten en schrik snel, mijn lontje is absurd kort.
Gelukkig durf ik wel gewoon naar buiten. Samen met mijn zoon was ik de ochtend erna al weer op het plein, op zoek naar een verloren deel van mijn bril.
Ik heb altijd van mezelf geloofd dat ik redelijk sterk ben en ik baal ergens dat ik me zo laat kennen, door zo'n knul nota bene. Het knaagt aan mijn trots, maar daarentegen heb ik 'm wel gepakt. Wie weet wat hij anders gedaan zou hebben en bij wie? 
Wanneer ik mijn moeder aan de telefoon heb over het hele voorval, weet mijn vader die meeluistert al snel te melden dat de knul een week eerder opgepakt was voor vernieling in dezelfde buurt. Het benauwd me hoe snel dit escaleert, maar hopelijk hebben we dit nu een halt toegeroepen.
Tegen mijn man grap ik vanochtend dat ik mijn eigen held ben, maar ik heb de afgelopen dagen meerdere helden om me heen gehad. Mijn dank gaat dan ook uit naar mijn buurtbewoners, mijn redders in nood, de betrokken agenten en alle lieve mensen om me heen die me gesteund hebben de afgelopen dagen. 
Ik weet dat ik er nog niet ben, maar het begin is er en de eerste stappen in de nasleep gaan rustig de goede kant op... 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Test reacties